Pas als je een tweede aflevering gemaakt hebt, bestaat een rubriek echt. Daarom vandaag de tweede editie van Wat een plaatje! (de eerste vind je hier) met daarin weer tien prachtige foto’s van Utrecht met een beetje meer achtergrond over waarom ik dat plaatje nou zo mooi vind. Overigens allemaal door mijzelf gemaakt, dat spreekt voor zich toch? Goed. Komt ie!
Als minor naast mijn studie Communicatiewetenschap heb ik een half jaar aan de kunstacademie gestudeerd. Ik kreeg daar veel wisselende en verwarrende oordelen over het werk dat ik maakte, maar wat één docent me vertelde is me altijd bijgebleven. Ik kreeg de opdracht om lelijke dingen te fotograferen. Ik besloot dat te doen in de bouwput die de wijk naast mijn huis op dat moment was. Terwijl de docent door mijn foto’s keek, zei hij: “jij hebt oog voor de esthetiek van de lelijkheid, ziet mooie dingen in wat lelijk hoort te zijn”. Daar kon ik me wel in vinden. Oud, vervallen, beklad, vies, verweerd, vergaan. Dat soort plekken trekken vaak mijn aandacht. Ik zie inderdaad schoonheid op plekken zoals bovenstaande verlaten achteringang van het oude postkantoor op de Neude.
Dit is de Kintgenshaven. Zo heet deze straat. Ik vermoed dat zelfs veel Utrechters hem niet kennen. Het is typisch zo’n straatje waar je niets te zoeken hebt. Slechts 30 meter lang. Hij komt uit op de Neude, maar is geen doorgaande weg. Via de Slachtstraat kun je eventueel naar het Janskerkhof, maar dat is om. Helemaal niet handig om te nemen als je ergens naartoe wilt dus. Maar ik loop juist heel vaak dit soort straatjes in. Omdat ik juist hier de essentie van Utrecht vind. Deze straat bestond waarschijnlijk in 1300 al. Dat vind ik ongelooflijk. Ik probeer me voor te stellen dat de vleeshouwers die hier woonden ’s ochtends vroeg vertrokken naar het Grote Vleeshuis aan de Voorstraat (tegenwoordig een America Today). Door de Slachtstraat uiteraard, want vele Utrechtse straatnamen spreken voor zich.
Dit gebouw noem ik altijd liefkozend het spookhuis. In het donker tekenen de neogotische torenspitsjes zich altijd wat onheilspellend af tegen de donkerblauwe lucht. De zorgvuldig op het pand aangebrachte verlichting versterkt de spookachtige sfeer nog wat meer. Hiëronymushuis is de echte naam van dit pand aan de Maliesingel. Vandaag de dag zitten er prachtige appartement in (klik hier als je net als ik graag bij anderen naar binnen gluurt) maar in 1874 al gebouwd in opdracht van de Rooms-Katholieke kerk als onderkomen voor wezen en oudelieden. Ik vermoed dat ze in de 19e eeuw de bejaarden zo noemden.
Deze foto van Elger maakte ik tijdens onze omzwervingen op een winterse dag. Je ziet hier het FotoAtelier aan de Lange Nieuwstraat. We belden aan en mochten binnen rondneuzen tussen de antieke fotoboeken, jaloersmakende (analoge) camera’s en prachtige foto’s aan de muren. Op dit moment kun je hier gratis de expositie Straatplaat bekijken, een verzameling van de straatfotografie van tien verschillende fotografen. Ik ben nog niet geweest, maar ben dat zeker nog van plan. We hebben nog tot 21 juni de tijd.
De Zwaansteeg is volgens mij één van de mooiste steegjes van Utrecht. Ik ben dol op steegjes. Vooral als ze een beetje rauw zijn. Wat graffiti op de muren, de tintelende geur van urine in je neus. Dat gaat namelijk goed samen met de lieflijkheid van onze binnenstad, de sierlijke boogjes en gezellige planten waarmee bewoners hun straatje aankleden.
Ik vind dat er in geen enkele editie van Wat een plaatje! een foto van de Domtoren danwel de Oudegracht mag ontbreken. Hier heb je ze meteen allebei. Hoppa. Een winters tafereel met die kale bomen. Maar wat ik het allerleukste vind is de man links onderaan op de werf. Hij plakt zijn band. Want die toren en de gracht en haar werven mogen je dan doen denken aan een ansichtkaart, ze worden echt gebruikt, er wordt geleefd.
De singel (die eigenlijk Stadsbuitengracht heet) is als je het mij vraagt op haar mooist als het licht er net is of alweer bijna verdwijnt. Als de schaduwen van de bomen lang zijn en het zonlicht over het wateroppervlak strijkt. Amper vast te leggen op een foto, maar de lichte deining van het water veroorzaakt een sprankeling. Alsof ook de singel er vandaag echt zin in heeft.
De Amsterdamsestraatweg. Tsja, wat moet je daar nou over zeggen. Het was mijn eerste kennismaking met Utrecht aangezien mijn beste vriendin daar in een studentenhuis woonde, boven een lingeriezaak waar volgens mij ook porno en dildo’s tussen de stringetjes lagen. Verder vooral veel belhuizen en kebabzaken wat op donderdagavond na het stappen eigenlijk best wel goed uitkwam. Verder vond ik er niet zo veel aan. Maar toen ging ik met mijn theatergroep iedere dinsdagavond repeteren in een basisschool in Zuilen en liep ik ’s avonds vaak over deze straat. Voor de bus uit omdat ik geen zin had om in de kou te wachten. En op de één of andere manier ging ik de straat toch wat meer waarderen. Met die gekke watertoren halverwege, zijn tientallen onzinnige stoplichten en zo af en toe prachtige luchten.
Binnenkort verschijnt er ongetwijfeld een artikel op deze website met alleen maar mooie deuren. Want die fotografeer ik heel vaak. En Utrecht heeft er nogal wat. Ik snapte nooit zo goed wat me zo aantrekt in deuren, maar volgens Elger heeft mijn achternaam er iets mee te maken. Uit onderzoek blijkt dat mensen vaak iets gaan doen wat past bij hun achternaam. Het mooiste voorbeeld vind ik dat het droogleggen van de moerrassen rondom Den Bosch zodat de stad belegerd kon worden door de Spanjaarden, gedaan is onder leiding van ingenieur Leeghwater. Mijn naam is Poorthuis en ik fotografeer dus blijkbaar deuren.
Ik eindig deze plaatjesparade met een foto van mijn collega Felicitas, die zich tijdens één van de eerste lunchpauzes buiten warmt aan een waterig zonnetje.
Tot de volgende keer!
2 Reacties
Mooie rubriek! Goeie foto’s en interessante verhalen (ook leuk om meer te lezen over mijn woonplaats).
Dank je wel Kim, leuk om te horen. 🙂