Ik ontmoet Floor in de hal van woonzorgcentrum Rosendael in Overvecht. We nemen plaats in het restaurant op de begane grond en ze haalt voor mij een kop koffie. Ik ben een tikkeltje nerveus, want ik ga iets doen wat ik best een beetje spannend vind: vrijwilligerswerk. Buurtinitiatief Oké Nu! organiseert op vrijdagmiddag regelmatig een Happy Hour in dit verzorgingstehuis. Niet twee mojitos voor de prijs van één, maar wel activiteiten gericht op de (eenzame) ouderen die in Rosendael of Overvecht wonen. Ik ga helpen en heb geen idee wat ik precies moet doen.
Floor Oosterlee werkt als stadsmanager bij Utrecht Cares en heeft me uitgenodigd om eens vrijwilligerswerk te komen doen. Ik had er nog nooit van gehoord, maar hun manier van werken spreekt me meteen aan. Floor vertelt me dat ze met Utrecht Cares, een onderdeel van de overkoepelende organisatie Nederland Cares, probeert om vrijwilligerswerk op een nieuwe manier vorm te geven. Want jonge mensen willen wel iets goeds en zinvols doen in hun vrije tijd, maar committeren zich liever niet aan één organisatie of een vast aantal uren per week. Ik herken mezelf daar meteen in. De laatste jaren ga ik iedere zomer als vrijwilliger mee op een kinderkamp van Stichting de Ster, maar daar blijft het ook bij. Terwijl ik best af en toe ergens bij zou willen springen. Ik heb alleen geen idee waar ze op mijn hulp zitten te wachten. Utrecht Cares wel. Zij hebben op hun website een agenda vol activiteiten waarvoor jij je in kunt schrijven. Pingpongen met dak- en thuisloze jongeren, darten met mensen met een beperking, lezen met kinderen uit groep 3 en 4, fietslessen voor allochtone vrouwen en eten inpakken en uitdelen bij de voedselbank. Ze hebben voor ieder wat wils.
Omdat het qua datum en tijd goed uitkomt, kies ik voor de kwetsbare en eenzame ouderen in Overvecht. Geen doelgroep waar ik veel ervaring mee heb, maar wel eentje waar ik waarschijnlijk veel voor kan betekenen. Als de koffie op is, neemt Floor me mee naar de huiskamer van buurtinitiatief Oké Nu! waar ik Roberta ontmoet. Een energieke Italiaanse die me meteen een kus en knuffel geeft en ervoor zorgt dat ik me welkom en nuttig voel. Het is op de dag dat ik daar ben toevallig ook de dag van NLdoet. Er zijn dus overal vrijwilligers in witte t-shirts aan het klussen en helpen. De huiskamer is opnieuw ingericht met mooie meubels van IKEA zodat alle gedoneerde boeken eindelijk een plekje kunnen krijgen. Roberta heeft heerlijke pizza gebakken en Floor en ik moeten absoluut een stuk eten. Of twee.
Alles gaat in een heerlijk rustig tempo, niemand heeft haast of maakt zich druk. We verplaatsen ons van de huiskamer naar een soort grote hal, een beetje gezellig gemaakt met ronde tafeltjes met koffiekopjes en tafelkleden met bloemetjes. Iedereen kan hier naar binnen, maar als je weer wilt vertrekken zul je moeten bewijzen dat je niet dement bent door de deur te ontgrendelen met de datum van vandaag. De muzikant die vanmiddag het programma zal verzorgen is ook gearriveerd. We missen alleen de ouderen nog. En daar hebben ze mij voor nodig. Samen met Floor en een vrijwilliger van NLdoet nemen we de lift naar boven om ze op te halen. Ook dit blijkt weer eenrichtingsverkeer. Omhoog kan wel, voor de lift naar beneden hebben we een speciale sleutel nodig. Aan deze kant van het complex wonen namelijk de behoorlijk demente en verwarde ouderen. Het duurt dan ook even voordat we een aantal mensen gevonden hebben die zin hebben in middag koffie drinken, zingen en dansen. Een meneer is dolblij dat hij even kan stoppen met rummikuppen want hij wint altijd en dat is zo onderhand geen klap meer aan. Een andere meneer zit in zijn rolstoel al druk te dirigeren en is duidelijk wel in voor een beetje muziek, al antwoordt hij niet als je hem wat vraagt. Ik ontmoet ook een dame die alleen maar Spaans spreekt. Nu spreek ik dat ook een klein beetje, dus uiteindelijk heb ik haar zover dat ze met ons mee gaat. Bij de lift word ik echter door een medewerker van Rosendael terug gefloten. Deze mevrouw verstoort altijd de activiteiten doordat ze niet rustig wil gaan zitten, dus zij mag niet mee. Het doet haar niet zo heel veel dat ik haar weer terug breng naar haar stoel in de huiskamer van de afdeling want ze was volgens mij alweer vergeten wat we gingen doen.
Als de eerste lading ouderen in de zaal plaatsgenomen heeft, gaan we nog even een verdieping hoger om te kijken of daar nog mensen zijn die mee naar beneden willen. Ik loop daar de huiskamer in en ga terug naar een tijd die ik nooit gekend heb. Iedereen zit te kijken naar een kleine televisie met daarop in korrelig zwart-wit twee mannen die steeds omvallen en onhandige dingen doen: Laurel en Hardy, de Dikke en de Dunne. Als we vragen wie er meegaat naar de muziek roepen er een paar heel hard ‘NEE’ en anderen kijken verstoort op van de televisie. Geen interesse.
Eenmaal beneden is het de hoogte tijd voor een kop koffie. Ik huppel rond met de thermoskan en voorzie iedereen die wil. Het valt me op dat er in de meeste kopjes heel veel melk en heel veel suiker gaat. Ze krijgen er ook een koekje bij. Niet allemaal, want sommigen “hebben suiker”. Het duurt even voordat ik begrijp dat ze daar diabetes mee bedoelen. Ik weet als vrijwilliger natuurlijk helemaal niet wie met welke gezondheidsproblemen kampt, maar ik doe mijn best. Heel veel kan er volgens mij niet mis gaan. Inmiddels is de muzikant druk de piano en zijn accordeon aan het bespelen. Allemaal meezingers uit de jonge jaren van de aanwezigen. Ze hebben geen idee welke dag het vandaag is, maar de teksten en melodieën kennen ze op hun duimpje. Nog voor we de eerste koffie op hebben, staan we luidkeels mee te zingen, word ik meermaals ten dans gevraagd en ontstaat er zelfs een polonaise waarmee we langzaam maar gestaag de hele zaal rondgaan.
Zelfs ik ben op een gegeven moment een beetje moe, dus plof ik hier en daar naast een paar mensen neer voor een praatje. Er is meestal geen touw aan vast te knopen, maar dat maakt helemaal niet uit. Het is de ultieme oefening in ‘ja’ zeggen. Als je even helemaal aanwezig bent, echt luistert en meegaat in wat ze jou vertellen, komen de mooiste verhalen boven.
Deze mevrouw geeft bijvoorbeeld de hele tijd iedereen complimenten. Ze heeft mij wel vijftien keer verteld wat een mooie vrouw ik ben. Met mooie blauwe ogen en lange haren. De eerste paar keer zeg ik netjes ‘dank je wel’ en loop weer verder. Maar na een paar keer vertel ik haar dat ik haar complimenten heel erg op prijs stel. Ik hurk naast haar neer en vraag of ze altijd zo complimenteus is. Ze vertelt dat ze een hekel heeft aan mensen die zeuren en negatief doen. “Daarvan zitten er hier veel hoor. Maar je kunt toch veel beter aardig zijn? En mensen een complimentje geven. Dan vinden ze jou ook aardiger.” Daar heeft ze helemaal gelijk in. De volgende keer als ik langs haar loop zeg ik, voordat ze zelf haar mond open kan doen: “Wat bent u een mooie vrouw! Met mooie blauwe ogen en krullende haren.” Ze moet grinniken en bedankt me.
Zo heb ik nog vele geweldige onderonsjes. Een heerlijk ontwapende mevrouw vertelt dat haar motto vandaag de dag ‘kan mij ‘t wat schelen’ is. Ze heeft lak aan alles. Negen kinderen opgevoed. Allemaal goed terecht gekomen. Niemand kan haar meer wat maken. Halverwege het gesprek zit er iets in haar kunstgebit. Ze wipt het er zo uit en laat het mij uitgebreid zien. Kan haar ‘t wat schelen. Als je oud en dement bent, maak je nergens meer druk om. Heerlijk vindt ze het. Ondertussen heeft de mevrouw naast haar al vier keer haar koffie kopje plus schoteltje in het mandje van haar rollator gezet en zit haar handtas inmiddels vol met plastic lepeltjes. Want daar spelen de kleinkinderen zo graag mee.
Als de middag op z’n eind loopt en er glaasjes appelsap en bitterballen geserveerd worden, schuif ik nog even bij twee dames aan die een beetje alleen zitten. Een chique mevrouw met een vet Duits accent zingt, zwaait en klapt met alle muziek mee en geniet zichtbaar. De dame naast haar heeft praatjes voor tien. Ze zit te loeren naar een man aan de andere kant van de zaal. Een ouwe vrijer van haar. Ze weet niet meer hoe hij heet of waarom ze het uitgemaakt heeft toentertijd, maar ze wordt nog steeds wel warm van hem. Maar ze gaat niet met hem praten hoor. Geen sprake van. Ze frunnikt een tikkeltje zenuwachtig aan haar grove kralenketting en heeft niet door dat er wat stukjes bitterbal achtergebleven zijn op haar paarse trui.
Voor ik het weet is de middag alweer voorbij en is het mijn taak om de ouderen terug te brengen naar hun kamer. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig. Ik heb natuurlijk geen idee waar ze precies wonen. Maar als ik het de dames en heren zelf vraag, krijg ik te horen dat de ene in Oudwijk woont en de ander in Duitsland. Dat lijken me geen recente adressen. Uiteindelijk lopen Floor en ik met een groepje ouderen in onze kielzog alle verdiepingen af, tot het verplegend personeel ze herkent. Uiteraard eindigen ze uiteindelijk allemaal op de juiste plek.
Op de fiets terug naar huis voel ik me een beetje dubbel. Het geeft een goed gevoel om op mijn vrije vrijdagmiddag dit werk te doen en iets te betekenen voor deze mensen. Maar het voelt ook gemeen om ze weer achter te laten op hun kamertje, wetende dat het voor sommige van hen best lang zal duren voor er weer iemand op bezoek komt. En toch overheerst het goede gevoel. Dankzij Utrecht Cares heb ik gehost in de polonaise, keihard Als Ik Boven Op De Dom Sta meegezongen en prachtige verhalen gehoord van mooie mensen. Op een plek waar ik anders nooit zou komen.
De manier waarop Utrecht Cares vrijwilligerswerk aanpakt is me dus goed bevallen. Je kunt iets doen wat bij je past, wanneer jij dat wilt. Geen verplichtingen, maar wel de kans om te helpen. Dat klinkt misschien wat gek en egocentrisch, maar de realiteit is dat we druk zijn, volle agenda’s hebben en geen vrijwilligerswerk zouden doen als we een vast aantal uren per week ergens verwacht worden. Neem ook eens een kijkje in hun agenda en doe mee. Ik ben heel benieuwd hoe jullie het zullen vinden.
Geen reacties